Tijdelijk grasland ook als teelt in GLB

Bedrijven met minder dan 75 procent grasland moeten ook voldoen aan de Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) eisen van gewasdiversificatie en ecologische aandachtsgebieden.

'Melkveebedrijven die aan gewas-diversficatie moeten doen, mogen tijdelijk grasland ook als teelt meetellen', zegt Klaas Johan Osinga, GLB-beleidsspecialist bij LTO Nederland.

'Een ondernemer kan dus tijdelijk grasland meetellen als één van de gewassen die voor gewasdiversificatie geteeld moeten worden', geeft hij aan.

Gewasdiversificatie

Volgens de GLB-regels zijn bedrijven met minder dan 10 hectare bouwland vrijgesteld van gewasdiversificatie.

Heeft een ondernemer tussen de 10 en 30 hectare dan moeten er minimaal twee akkerbouwgewassen worden geteeld, waarvan het grootste gewas niet meer dan 75 procent van het areaal beslaat.

Areaal

Bedrijven met meer dan 30 hectare, moeten minimaal drie gewassen telen waarbij het grootste gewas maximaal 75 procent van het areaal akkerbouw beslaat.

Twee gewassen samen mogen maximaal 95 procent van het areaal beslaan.

Maïs telen

Naar schatting zijn er in Nederland enkele honderden veehouderijbedrijven die niet aan de 75 procent eis voldoen.

'Dat kunnen bijvoorbeeld gemengde bedrijven zijn of melkveehouders die veel maïs telen', zegt Jeanet Brandsma, bestuurslid LTO-vakgroep Melkveehouderij.