Dunne basis voor rassenonderzoek granen

Hij noemt de basis voor het huidige CGO-onderzoek dun. Dit onderzoek wordt onder auspiciën van CSAR (Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst) uitgevoerd voor opname van nieuwe rassen op de aanbevelende lijst voor landbouwgewassen.

Omvang minimaal

Het CGO-onderzoek voor wintertarwe is afgelopen jaar uitgevoerd op zes locaties, voor zomergerst en zomertarwe gebeurde dit respectievelijk op slechts vier en drie locaties. 'Deze omvang is minimaal voor betrouwbare resultaten.'

Wouda sprak woensdag mede namens brancheorganisatie Plantum tijdens de Themadag Granen van BO Akkerbouw en het Comité van Graanhandelaren in Wageningen. Hij pleitte vooral voor een bredere basis van de financiering van het CGO-onderzoek.

Behoorlijk uitgekleed

Het CGO-onderzoek voor graangewassen is volgens Wouda de laatste 20 jaar behoorlijk uitgekleed.

'Voor 1997 was het aantal locaties voor aanleg van proefvelden met en zonder ziektebestrijding minimaal het dubbele van het huidige aantal. Naast wintertarwe, zomertarwe en zomergerst werden toen ook nog proeven aangelegd voor wintergerst, haver, rogge en triticale.'

Terugtrekkende overheid

Tot 1991 financierde de overheid het CGO-onderzoek nog volledig. De jaren daarna trok de overheid zich geleidelijk terug en kwam de financiering steeds meer voor rekening van eerst vooral de sector via Productschap Akkerbouw en later gingen de kwekers steeds meer bijdragen.

In de huidige vorm betalen sinds 2014 de kwekers alle kosten voor het CGO-onderzoek. 'Dit onderzoek dient ook het belang van de telers en de industrie, de kosten eerlijker verdelen zou wenselijk zijn', vindt Wouda.