Consument voelt krapte varkensvlees in portemonnee

De bank nuanceert het beeld dat de stijgende varkensvleesprijzen zorgen voor een wereldwijde voedselcrisis, zoals het Financieele Dagblad afgelopen week berichtte. 'Normaliter heeft een sterke stijging van voedselprijzen vooral gevolgen voor inwoners van ontwikkelingslanden, die bijna de helft van hun inkomen aan eten uitgeven', schrijft sectoranalist Martijn Leguijt.

'In de Westerse wereld bedragen deze uitgaven slechts 10 tot 15 procent. De effecten van de huidige prijsstijging van varkensvlees gaan echter grotendeels aan ontwikkelingslanden voorbij. Vlees is voor de meeste van de bewoners van die landen niet betaalbaar; zij hebben vooral tarwe, mais, rijst, plantaardige oliën en vis op het dagelijkse menu. Als de prijzen daarvan stijgen, heeft dat voor hen een groter effect.'

Prijsstijgingen

De stijgende varkensvleesprijzen en in het voetspoor daarvan ook de prijzen van andere vleessoorten, zullen voor de Westerse consument zeker wel merkbaar zijn. 'Die voelt de prijsstijgingen vooral aan de kassa van de supermarkt, waar voor varkensvlees en vleeswaren al meer betaald moet worden.'

Die hogere vleesprijs kan voor consumenten mogelijk een aanzet zijn om op zoek te gaan naar beter betaalbare of vleesloze alternatieven, geeft Leguijt aan. 'Zo doen de hogere vleesprijzen misschien wat pijn, maar kunnen ze een omslagpunt betekenen in de weer stijgende vleesconsumptie.'

Vleesconsumptie

Uit onderzoek van Wageningen University & Research bleek in september dat de vleesconsumptie in 2018 voor het eerst in tien jaar juist weer was gestegen. De stijging betrof vooral het verbruik van pluimveevlees en er was in 2018 een marginale toename van varkens- en rundvlees. De cijfers voor kalfs-, schapen-, geiten- en paardenvlees bleven gelijk met de jaren ervoor.