LTO Noord: 'Provincie Noord-Holland eist regie platteland op'

Gewestelijk voorzitter Nico Verduin van LTO Noord waarschuwt dat de extra landschappelijke bescherming ook innovatieve ontwikkelingen in de land- en tuinbouw in die BPL-gebieden kan dwarsbomen. 'Door op voorhand extra restricties op te leggen, worden ondernemers beperkt om de modernisering door te voeren die nodig en wenselijk is. Zo dreigt Noord-Holland een conservatieve provincie te worden.'

Gedeputeerde Cees Loggen (VVD) stelde dat er ruimte blijft voor discussie over de vertaling van de spelregels in de praktijk. 'Met deze verordening hebben we de randen van de puzzel gelegd. Het kader staat overeind en nu kunnen we samen de verdere puzzelstukjes binnenin gaan leggen.'

Daarbij speelt het motto 'Lokaal wat kan, regionaal wat moet' een centrale rol in de aanpak van het provinciebestuur. Loggen: 'We willen het mooie Noord-Hollandse landschap beschermen. Dat betekent niet dat er niet meer mag worden gebouwd, maar wel dat we daar scherpe voorwaarden aan stellen.'

Duimschroeven

Statenlid Wilma van Andel, die namens het CDA diverse moties en amendementen indiende en verdedigde, vindt dat de provincie juist te veel het initiatief neemt. 'Gemeenten krijgen de duimschroeven aangedraaid. Er is blijkbaar weinig vertrouwen dat daar voldoende over het landschap wordt gewaakt. Zo eist de provincie weer de regie op in de buitengebieden en handelt niet naar haar veelgenoemde motto.'

Verder betreurt Van Andel de inperking van mogelijkheden om verrommeling van het landschap tegen te gaan. 'Nu is het met maximaal vijf woningen al lastig om sanering van oude bedrijfsgebouwen financieel rond te zetten. Met twee woningen lijkt het helemaal ondoenlijk en zijn we dus weer terug bij af.'

Tegenstrijdig

Ook Verduin vindt het tegenstrijdig dat de provincie aan de ene kant belijdt verpaupering van het landschap tegen te willen gaan, terwijl de middelen daarvoor juist worden afgebouwd. 'De praktijk heeft bewezen dat er mooie resultaten mee kunnen worden behaald. Dat hebben we samen met de gemeenten in eerdere inspraakronden ook met voldoende argumenten bepleit, die helaas onvoldoende gehoor hebben gekregen.'