Rendac-tarieven pakken positief uit in 2023

Dat blijkt uit de nieuwe tarieven die Rendac bekend heeft gemaakt. De opbrengsten uit de verkoop van de eindproducten zoals diermeel, dierlijk vet en huiden fluctueren. De ontwikkelingen van de energieprijzen hebben daar grote invloed op. Vanwege de hoge energieprijzen verwacht het destructiebedrijf dit jaar een forse toename van de opbrengsten met 64 procent.

De kosten voor de verwerking van kadavers stijgen dit jaar door de toenemende energielasten. Daarnaast verwacht Rendac een verdere daling van de aanvoer van destructiemateriaal. Daarom gaat het destructiebedrijf uit van een stijging van de verwerkingskosten met 19 procent.

Nacalculatie

Omdat Rendac een nacalculatie uitvoert over het jaar 2021 dat een overschot heeft opgeleverd, kan het tarief in 2023 9 procent dalen. Het saldo van verwerken, opbrengsten en nacalculatie resulteert in een daling van het tarief per aangeboden dier van 42 procent.

De totale transportkosten stijgen in 2023 met 9 procent ten opzichte van 2022. Dit komt vooral door de duurdere brandstoffen. Ook zal een verdere daling van het aantal stops doorzetten door veehouders die hun bedrijf beëindigen. Het tarief per stop zal daardoor gemiddeld 14 duurder worden. Een reguliere stop kost in 2023 28,23 euro, een stijging van 3,41 euro. Een geplande vatenstop kost dit jaar 24,12 euro, een stijging van 3,41 euro.

Soepel proces

Volgens directeur algemene zaken Sjors Beerendonk van Darling Ingredients International waar Rendac onder valt, is het streven om de tarieven zo vroeg mogelijk in het jaar bekend te maken. 'Het doorlopen van de standaardprocedures en het proces met het ministerie van LNV verliepen soepel. Het fors kunnen verlagen van de destructietarieven heeft daar mogelijk positief aan bijgedragen.'

Ook geeft Beerendonk aan dat Rendac een nieuw vijfjarig contract heeft afgesloten met de overheid. 'De overheid wil de destructiemarkt goed blijven reguleren, maar dat er af en toe discussie plaatsvindt over het toekomstbestel is gezond.'