Europese natuur in slechte staat en toont geen herstel

Het EEA-rapport 'Stand van de Europese natuur' somt de belangrijkste bewijzen op waarom Europese ecosystemen dringend herstel nodig hebben, zowel binnen beschermde gebieden als daarbuiten, in bossen, landbouwgronden, zeeën en stedelijke gebieden.

Ondanks toezeggingen gedurende tientallen jaren zijn veel EU-landen er nog niet in geslaagd om natuurbeleid voor de lange termijn in te voeren en daarmee de afnemende biodiversiteit te keren, stelt EEA.

Debatten

Om deze koers te wijzigen, is het nodig om beschadigde ecosystemen te herstellen. De publicatie valt min of meer samen met verwoede debatten in nationale en Europese politiek over een natuurherstelwet.

Het herstel van beschadigde (natuur)gebieden in rivieren, meren, wetlands, bossen, graslanden, mariene habitats en andere ecosystemen is volgens het onderzoek niet alleen in het belang van de natuur en het landschap, maar zou ook veel bredere maatschappelijke voordelen opleveren. Zo is bijvoorbeeld de gezondheid van leefgebieden voor bestuivers, zoals bijen en hommels, van cruciaal belang voor de voedselzekerheid op de lange termijn in Europa.

Extreem weer

De toestand van bossen en wetlands is van vitaal belang voor het tegengaan van klimaatverandering, en gezonde ecosystemen bieden ook een betere bescherming tegen extreme weersomstandigheden en vervuiling, aldus EEA.

Volgens het agentschap verkeert 81 procent van de beschermde gebieden, 39 procent van de beschermde vogels en 63 procent van andere beschermde soorten in een slechte staat. De druk op de natuur in Europa ontstaat volgens de onderzoekers vooral door de intensieve landbouw, bebouwing, vervuiling, niet-duurzame bosbouw en klimaatverandering.