Beroepscollege houdt toelating glyfosaat en cypermethrin in stand

De milieuorganisaties stichting Pesticide Action Network Nederland (PAN) en Meten=Weten zijn het niet eens met de toelatingsbesluiten van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) over glyfosaat en cypermethrin. Het CBb geeft beide organisaties in een beroepszaak geen gelijk. Daarmee wijzigt er niets aan de toelating van deze gewasbeschermingsmiddelen.

PAN Nederland en Meten=Weten vinden dat de herbiciden en insecticiden op basis van de werkzame stoffen glyfosaat en cypermethrin schadelijk zijn voor mens, dier en milieu en dat daarom de toelating ingetrokken moet worden. PAN verwijst met name naar nieuwe studies die de schadelijkheid van beide stoffen zou aantonen. Het bezwaar van Meten=Weten betreft vooral het effect van glyfosaat op Natura 2000-gebieden.

Nieuwe studies

In het geval van PAN oordeelt het CBb dat de nieuwe wetenschappelijke studies al zijn ingebracht in procedures om de toelating de betreffende stoffen op Europees niveau te verlengen. Die procedures hebben tot nog toe geen verandering gebracht in de goedkeuring van de Europese Commissie. Daarom ziet het CBb geen aanleiding om te komen tot een afwijkend oordeel over zowel glyfosaat als cypermethrin.

Meten=Weten vindt dat het Ctgb bij de beoordeling van de toelatingen ten onrechte geen rekening houdt met de Habitatrichtlijn en de gevolgen die het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan hebben voor Natura 2000-gebieden. Het CBb volgt Meten=Weten daarin niet. In de Wet natuurbescherming (Wnb), die is gebaseerd op de Habitatrichtlijn, is het Ctgb namelijk niet het bevoegde bestuursorgaan. Ook is de toets door het Ctgb bij toelatingsaanvragen anders dan de toets uit de Wnb. Het Ctgb hoeft de Habitatrichtlijn daarom niet toe te passen.