300 hectare bemonsterd op chitwoodi

Deze bemonstering is onderdeel van het correlatieonderzoek dat keuringsdienst NAK uitvoert op verzoek van stichting Pootgoed Versterkende Maatregelen (PVM).

PCR-toets

In het onderzoek moet worden aangetoond of er een correlatie is tussen de grondanalyses en de PCR-toets van de pootgoedknollen voor wat betreft besmetting van chitwoodi.

PVM wil hiermee bereiken dat pootgoedtelers in aangewezen chitwoodi-gebieden bij een negatieve grondanalyse worden vrijgesteld van een PCR-toets.

Alternatief perceel

Upt Hiddema, LTO-bestuurder en voorzitter van PVM, legt uit dat het voor pootgoedtelers belangrijk is dat ze vooraf weten of een perceel wel of niet besmet is. Als de grondanalyse een besmetting aantoont, kunnen de telers eventueel nog op zoek naar een alternatief perceel.

De grondmonsters worden onderzocht door ISACert NAK Agro en zijn binnengekomen via PVM en de NAK. Het betreft monsters zowel binnen als buiten de chitwoodi-cirkels.

Visuele controle

Volgens Hiddema moet NVWA bij gebleken correlatie uiteindelijk beslissen of er een vrijstelling komt voor de PCR-toets. In dat geval ondergaan de pootgoedknollen alleen de standaard visuele controle op chitwoodi.

'NAK gaat van de bemonsterde percelen komend seizoen de knollen tussen de loofdoding en oogst al toetsen op besmetting. Als daadwerkelijk sprake is van correlatie lukt het mogelijk om via NVWA voor de betreffende percelen in 2016 al een vrijstelling te krijgen voor de PCR-toets', geeft Hiddema aan.