Gezondheidsraad: bronmaatregelen beste keus in strijd longontsteking

Update - Omwonenden van geitenbedrijven hebben een grotere kans op longontsteking. Daarbij spelen waarschijnlijk meerdere factoren een rol, stelt de Gezondheidsraad. Het verminderen van de uitstoot bij de bron is volgens de raad de meest aangewezen manier om blootstelling van omwonenden te beperken. De geitensector heeft een plan om hieraan te werken.

Rond geitenbedrijven komt vaker longontsteking voor, blijkt uit nieuw onderzoek.
© Pieter Stokkermans

Binnen 500 meter van een geitenhouderij hebben mensen 73 procent meer kans op een longontsteking dan andere Nederlanders. Binnen een straal van 1 kilometer is dit 19 procent. Dat blijkt uit onderzoek van de Gezondheidsraad in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Dit onderzoek en het bijbehorende advies zijn maandag 8 december aangeboden aan de ministeries van LVVN en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Uit het onderzoek komt naar voren dat gemiddeld 841 mensen per jaar binnen een kilometer van een geitenstal een longontsteking krijgen. Daarbij lopen jonge kinderen, ouderen en mensen met onderliggend lijden het grootste risico.


Waarschijnlijk oorzakelijk verband

Eerder werd al geconcludeerd dat het verband tussen wonen in de nabijheid van geitenhouderijen en longontstekingen waarschijnlijk oorzakelijk is. De Gezondheidsraad acht het aannemelijk dat er niet één specifieke ziekteverwekker verantwoordelijk is voor het verband tussen wonen in de nabijheid van geitenhouderijen en longontstekingen, maar dat er sprake is van een samenspel van factoren.

Het stalsysteem en -management van geitenhouderijen kunnen mogelijk leiden tot blootstelling in de omgeving aan onder meer algemeen voorkomende micro-organismen, fijnstof en endotoxinen. Dit kan bij omwonenden het risico op longontsteking verhogen, vooral bij personen die hier gevoelig voor zijn.'

Zo wordt gedacht dat het stalsysteem, vaak een potstal, van invloed is op de emissies van ziektekiemen. Net als de frequentie en de wijze van bijstrooien, uitmesten, ventileren en behandelen van de stallucht. Ook kan de mestopslag een rol spelen.

Volgens de Gezondheidsraad is het verminderen van de uitstoot bij de bron de best aangewezen manier om blootstelling van omwonenden te beperken. Dat kan waarschijnlijk met maatregelen gericht op het type stal en het stalmanagement, zoals de manier van uitmesten. De raad adviseert te monitoren welke maatregelen het effectiefst zijn.


Aanzienlijk risico

'Wij zien echt noodzaak voor maatregelen', benadrukt voorzitter Karien Stronks van de Gezondheidsraad. 'Vergeleken met de blootstelling aan andere bronnen van luchtverontreiniging of andere schadelijke milieufactoren, is het risico aanzienlijk.' Waardoor dat precies komt, weet de Gezondheidsraad niet. Het gaat in ieder geval om een samenspel van fijnstof, zogenoemde endotoxinen en micro-organismen, die zich vanaf de geitenboerderij verplaatsen. Door de lucht, via de omgeving – denk aan een boom die de gevaarlijke deeltjes opvangt en deze later met een windvlaag weer verderbrengt – of via mensen onderling.

Eerder trok het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) al soortgelijke conclusies. Maar door onenigheid in het kabinet werd besloten tot nader onderzoek. Ook moeten de stalsystemen worden aangepast, zodat minder van die gevaarlijke micro-organismen mensen kunnen bereiken. 'Denk aan de ventilatie en hoe vaak er wordt uitgemest', aldus de Gezondheidsraad.

De raad bracht in juli een bericht naar buiten over het oorzakelijk verband tussen geitenbedrijven en longontstekingen. Het RIVM gaf een soortgelijk advies in het rapport Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (onderaan dit artikel te downloaden). In dat laatste onderzoek zijn in de stallucht van geitenhouderijen meer dan dertig verschillende bacteriën gevonden die bij mensen longontsteking kunnen veroorzaken. Van deze bacteriën kwamen er 23 ook voor bij patiënten, omwonenden, geitenhouders en/of in de buitenlucht rondom geitenhouderijen.


Sectorplan

De geitensector, verenigd in het Platform Melkgeitenhouderij, heeft eind vorige week een sectorplan gelanceerd met punten om aan dit probleem te werken. Hoewel het exacte mechanisme niet bekend is, wordt gewerkt aan ingrepen die bijdragen aan het verlagen van bacteriële concentraties en emissies uit stallen.

Verder starten er pilotmetingen om te zien of er variaties zijn in de emissies en concentraties van bacteriën in traditionele stallen. Ook worden diverse managementmaatregelen getest, waaronder alternatieven voor de bedding of de wijze van instrooien. Daarnaast wordt een format voor een bioveiligheidsplan voor geitenhouders opgesteld, dat vervolgens breed in de sector wordt doorgevoerd.

'Volksgezondheid is in ieders belang. De geitenhouderij heeft het initiatief en haar verantwoordelijkheid genomen door zelf met een sectorplan te komen', aldus voorzitter Jos Tolboom van LTO-vakgroep Geitenhouderij.


Advies bestuderen

Volgens Tolboom is het belangrijk dat betrokken partijen, omwonenden, sector en beleidsmakers de tijd en ruimte krijgen om het advies van de Gezondheidsraad in zijn geheel te bestuderen voordat conclusies worden getrokken. LTO en de geitensector bekijken of het advies aanleiding is voor wijzigingen of toevoegingen van haar eigen sectorplan.

Op 14 januari debatteert de Tweede Kamer met demissionair ministers Femke Wiersma (LVVN) en Jan Anthonie Bruijn (VWS) over de kwestie. Zij moeten er dan onderling uitkomen. De betrokken ministeries zeggen in een reactie dat zij het rapport gaan bestuderen en dat de Kamer dinsdag een brief met een reactie tegemoet kan zien.

Lees ook

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    5° / 0°
    5 %
  • Woensdag
    7° / 0°
    20 %
  • Donderdag
    5° / 2°
    75 %
Meer weer